Da kriede toch

Hoe schrijf je een leuke, originele, bondige en creatieve column? Dat stond centraal tijdens de cursus Column Schrijven bij Kunstkwartier onder leiding van Romy van der Sande.
De komende weken vind je in de traverse en op deze weblog de columns van de cursisten. Paulien Noordzij trapt af. 

Toen ik 15 jaar geleden in Helmond kwam wonen kreeg ik regelmatig de vraag: “Gij bent nie van hier, wel?” De laatste tijd besef ik, dat het al lang geleden is dat ik die vraag kreeg. Bij mijzelf rijst nu de vraag: waardoor komt het? Omdat ze me allemaal al lang kennen? Óf omdat ik inmiddels een Helmondse/Brabantse tongval heb? Ik hoor mezelf inderdaad wel eens dingen zeggen, die ik vroeger nooit zei. Zoals ‘drebbik’. Een schattig Helmonds woordje wat ik zonder problemen geadopteerd heb. Maar hier ben ik wel selectief in. Je zal mij bijvoorbeeld nooit horen zeggen “ik zit langs jou”. Nooit. Dus eigenlijk schrok ik van de gedachte, dat ik misschien ongemerkt mijn ABN aan het verliezen was. Niet dat er iets mis met Brabants is, maar het voelde meer als verlies van een stukje identiteit. Het gezegde “da kriede tóch” wordt in onze van oorsprong Rotterdamse familie te pas en te onpas, gekscherend en éxtra Brabants uitgesproken. “Heb je het al gehoord? Zoonlief heeft zijn eerste stapjes gezet!” -“Da kriede toch…”
Toen Ik mijn zoontje van 3 zelf ook wilde betrekken in deze familiegrap vroeg ik hem het zinnetje na te zeggen. “Dat krijg je toch!” was zijn respons. Ik weet genoeg.  Niks aan de hand.

  • Paulien Noordzij

(meer columns op http://www.stukjetekst.nl)

Plaats een reactie